INSTITUTEN

EPO 1964


Pieter Engels, was de eerste Nederlandse kunstenaar die zich presenteerde als ondernemer, hij richtte het bedrijf EPO op: Engels Products Organization.
Een bedrijf wat in plaats van kunst, producten, maakte. Producten van gladde smetteloze materialen wat deed denken aan de luxe sier en gebruiksvoorwerpen van die tijd.
Het bedrijf en de producten werden aan de man gebracht door folders, posters en flyers zoals men dat in de reclame gewend was.
EPO werd gelijk opgepikt in de Nederlandse kunstwereld en was ook prompt een succesvol bedrijf.
Typische EPO Producten zijn, prototypes, herstelde meubelen, assemblages, curtain pieces, girls coat pieces (1966) letter pieces en connection plates.
Een aantal EPO sleutelwerken uit eind jaren zestig met de kunst als onderwerp: Weight of a modern art piece(1968), A Modern Art Piece (Clothes of the Emporer) (1967), Golden Fiction(1968), Bad Constructed Canvas(1967, hommage a engels)
Met EPO stelde Pieter Engels, niet alleen de waarden als uniciteit en authenticiteit en het idee van kunst als individuele expressie aan de orde, maar ironiseerde hij ook het marktmechanisme van het kunstapparaat.
Kunst i.p.v. individuele expressie, naar kunst als een massaproduct.
i.p.v een uniek kunstwerk , met een niet in geld uit te drukken waarde, wordt het kunstwerk een merkartikel met het daarbij behorende prijskaartje .
Pieter Engels maakte de economische wetten tot onderwerp van zijn kunst in een tijd waarin het in één zin noemen van kunst en commercie nog taboe was, om het platte marktmechanisme in de kunst genadeloos bloot te leggen. Kijkend naar nu is duidelijk dat de kunst niet aan de onbeteugelde macht van de markt en haar belachelijke excessen heeft weten te ontsnappen.

ENIO 1967

Een belangrijke stellingname van Engels was, ‘Style as dogma is the vehicle of standstill’. Met als gevolg dat Engels niet als maar het zelfde trucje bleef herhalen en al spoedig een volgend bedrijf oprichtte: ENIO
In 1967 richt Engels na EPO zijn tweede instituut op:
ENIO, Engels New Interment Organisation. Een bedrijf wat zich bezighoud met nieuwe ontwikkelingen in de uitvaartbranche
Er is een verband tussen deze twee ondernemingen. In beide staat een ongrijpbaar fenomeen centraal, in het ene de kunst en in de andere de dood, scheppingsdrang en doodsdrift. Hoewel Engels’ aanbiedingen in de als altijd overvloedige, ironisch gestelde reclameteksten waarmee hij ENIO presenteerde, voornamelijk het begraven van personen betroffen, heeft hij zich om voor de hand liggende redenen in het werk dat hij heeft uitgevoerd moeten beperken tot voorzieningen voor dode dingen zoals ‘Coffin for 10,2 L drowned water en Coffin for a broken piece of wood. Soms was de gesublimeerde agressie niet op het object zelf gericht maar via het object op het publiek, zoals in de electric suicide pieces uit 1968. Kunst tot de dood er op volgt, suicide als decadent tijdverdrijf! Het morele falliet van de kunst en het totale falen van de kunstwereld als geheel!

ETI 1969

Daarna kwam ETI, Engels Third Institute for research in subcultural brainbuilding (1969).(onderzoek in subculturele hersenopbouw). ETI, verkocht ideeën in plaats van producten. De meeste opvallende actie die hij uitvoerde voor dit instituut is het Strike Project uit 1971, waarin hij de Nederlandse staat, via minister Marga Klompé, in ruil voor een bedrag van fl 25.000000 een levenslange staking als beeldend kunstenaar aanbiedt.
Daarnaast waren er nog een aantal visualisaties van inactiviteitsperiodes en ontkenningsprojecten(project for visible negation, place for no chair)en art-fiction(sky-event) en transfunctionele projecten.

Door als (niet) juiste formule te stellen, dat ‘n (anti) kunstwerk produceren niet belangrijk is, maar het idee vooraf – met als slotsom of resultaat het visualiseren of auditief maken van ‘n (anti)kunstwerk en of (in) activiteit – wordt dan ook (niet ) juist gesteld, dat het leveren van dat bewuste idee voldoende is en kan men dit idee als een zelfstandigheid zien en in dit geval als (anti)kunstwerk of (in) activiteit
In feite pleegt men dan exact  hetzelfde feit als het maken van bv.: ’n orthodox’ kunstwerk (gemaakt na het idee vooraf): het bedenken van ’n idee is desondanks het leveren van ’n product – als bij-reden: de idee wordt (tenminste) kenbaar gemaakt door het mondeling of schriftelijk te omschrijven
Men kan het idee ook niet kenbaar maken – doch slechts aanwezig zijn als ’n potentiële ideeën-macht. In dit kader zal ik mezelf  als beeldend kunstenaar een staking opleggen

van 1 maart 1971 – 1 december 1971

deze staking van pieter engels wordt gevisualiseerd door het kopen en / of tentoonstellen van een viertal blokken of een viertal palen, waarmee men  ’n bepaalde oppervlakte  op de wand fixeert of waarmee men ’n bepaalde inhoud in de ruimte fixeert. De ontstane oppervlakte- of inhoudsmaat geeft het formaat van ’n kunstwerk aan wat engels gedurende zijn stakingsperiode gemaakt zou kunnen hebben.

VISUALISATIE VAN ’n  IN-AKTIVITEITSPERIODE VAN PIETER ENGELS ———————————

1 MAART 1971 – 1 DECEMBER 1971 ————————————————————————————–

Deze visualisatie is gekocht door: —————————————————————————————–

NAAM (persoon / instituut)………………………………………………………………………………………………………………….

DATUM ………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

AFMETING …………………………………………………………………………………………………………………………………………..

PRIJS …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

ALS HOMMAGE AAN ’N STAKING GEDAAN DOOR PIETER ENGELS VAN 1 MAART 1971 TOT DECEMBER 1971.

DIE HIER GEEN KUNSTWERK ZAL PLAATSEN VAN BOVENSTAAND FORMAAT, WAT HIJ GEMAAKT ZOU KUNNEN HEBBEN GEDURENDE HIERBOVEN GENOEMDE STAKINGSPERIODE ———————————-

Prijs montage-set voor minimaal m2  3.000.-. gulden—————————————————————–

Prijs montage-set voor minimaal m3  4.000.-. gulden —————————————————————-

transfunctionele projecten

A/ ik kies tot kunstwerk een voorwerp wat ik kunstwerk noem en geef het een functie, die niet gebruikelijk voor een kunstwerk is – of –

B/ ik kies tot kunstwerk een voorwerp wat ik kunstwerk noem en laat het onderhevig zijn aan een functie, die niet gebruikelijk voor een kunstwerk is

bv.  Aa/ 1 kubus van 75cm – 75 cm – 75 cm (genoemd modern kunstwerk) kleed ik aan met ’n speciaal voor het kunstwerk gemaakte jas ( met knopen etc.) – ik noem het: GEKLEED KUNSWERK MET 1 KUNSTWERK IN DE ZAK – (in de jas is een zak gemaakt waar het kunstwerk een kunstwerk in draagt ( om de associatie in beeld te versterken van bv: geklede man met ’n hand in de zak).

van de kubus of het kunstwerk kan men ook bv. zeggen: niet rokend kunstwerk, kunstwerk van wandeling teruggekeerd enz. –

bv. Bb/ ’N ONTKLEED KUNSTWERK OM GEKLEED KUNSTWERK AAN DE OVERZIJDE TE PRIKKELEN 1 kubus van 50 cm – 50 cm – 50 cm  ( genoemd modern kunstwerk) is niet  ‘gekleed) en de tweede  kubus aan de overzijde is wel gekleed door het woord prikkelen te gebruiken breng ik de gedragingen van twee mensen over op twee kunstwerken.

mogelijkheids-projecten(art-fictionprojecten
ik kies tot kunstwerk ’n omgeving of situatie waarin ’n kunstwerk (bv een schilderij) zich kan bevinden – al of niet temidden van andere voorwerpen, mensen en dieren, welke weer tesamen een situatie vormen en/of veroorzaken, in de mogelijkheids-projecten” breng ik die omgeving of het voorwerp daarin tot een beschreven denkbare (en aanschouwelijk gemaakte) relatie met ’n DENKBEELDIG kunstwerk-: aldus laat ik de mogelijk bestaande relatie (of ik laat die relatie bestaan) van het denkbeeldige kunstwerk tot ’n voorwerp en/of omgeving zien als het nieuwe kunstwerk (dwz; de nieuw onstane situatie).
 ik kan dan bv. stellen; EEN SLOT VOOR EEN KAST OM EEN KUNSTWERK IN OP TE SLUITEN (het slot is tastbaar aanwezig – de kast en het kunstwerk zijn denkbeeldig – dus afwezig)

Om het nog fantastischer te maken , plaats ik het denkbeeldige kunstwerk (waarvoor men altijd beelden beschikbaar heeft in zijn denkwereld (afgeleid van bestaande kunstwerken) buiten de verleden of tegenwoordige tijd en stel ik een nieuw soort denkbeeldige) kunstwerken in de TOEKOMST in dit  ART-FICTION kader kan ik dan spreken over bv. zich verplaatsende kunstwerken (rijdend, vliegend, varend enz.) of over levende kunstwerken (rijdend, lopend, vliegend, varend enz.) met lichamen van bv. vlees en bloed en met animale of intelligente denkpotenties en gedragingen – en met onbekende afmetingen
Ik kan dan bv. Stellen: EEN SLOT VOOR EEN KAST OM LEVEND WEERSPANNIG KUNSTWERK IN OP TE SLUITEN
( het slot is tastbaar aanwezig- de kast en het levende weerspannige kunstwerk zijn denkbeeldig)

ANTI DATERING 1969

Sinds 3 december 1969 (31 jaar Pieter Engels), ANTI-DATEERT pieter engels al zijn werk(en) ontstaan na deze datum op 3 december 1951 (13 jaar pieter engels)hij ziet de kwaliteit en kwantiteit van zijn werk en activiteiten op allesomvattende wijze verbonden met de potenties van zijn geest (en zijn lichaam in dienst van de geest en omgekeerd)-: zijn specifieke denksoorten, karakter, physiek, motoriek, zijn specifieke reacties naar aanleiding van 1001 situaties, zijn specifieke reacties en acties naar aanleiding van zijn 1 persoonssituatie, zijn specifieke reacties op zijn persoonlijke acties en omgekeerd-: en hij stelt aldus: dat zijn denkpotentie vooraf bepaald is en hij theoretisch kan voorspellen tot wat voor conclusies en (in)activiteiten hij zal kunnen komen in dit verband ziet pieter engels het niet langer als noodzakelijk een activiteit die (niet ) toevallig op bv 12 november 1983 plaatsvindt met die genoemde datum te dateren theoretisch zal engels niets meer produceren, daar hij reeds alles geproduceerd heeft. Het enige wat ter uwer gerieve zal resten is het voortdurende materialisering van de engels’ mind

GENESIS FOUNDATION 1974

In 1974 richt Pieter Engels, Genesis Foundation of resurrection of art and down with mass-communication, op.
Hier neemt hij afstand van iedere anti kunst en anti-antikunstbeweging. Hij doelt op het feit dat kunst bij uitstek iets is wat niet rationeel benaderd kan worden. Wie dat wel doet is geen kunstenaar. In deze periode heeft hij ook een aantal projecten waarin hij vanuit verschillende invalshoeken in het donker schildert o.a. om virtuositeit, het kiezen van kleur etc. en compositie, de penseelstreek, uit te schakelen.
Een Genesis project: painting-pieces for a painter, released from his handicap: his well trained eyes- or- unchecked and uncorrected images(executed in complete darkness).

14 september 1974 / Pieter Engels richt zijn vierde instituut in succesie op  – : ENGELS’ GENESIS FOUNDATION ‘

Wat zijn reden en verklaring vindt in de aldus omschreven aanduiding van zijn nieuwe streven – : RESURRECTION OF ART ‘

(voor hem wil dat zeggen: het hartgrondig besef van de onmiskenbare, onverslaanbare en strikt individuele ( noodzakelijkerwijs : kontroversiel) exeburante KUNSTENAAR in zichzelf)

Door o.a. de oprichting van ‘genesis foundation ‘  neemt pieter engels nadrukkelijk afstand van (1) iedere anti – kunst beweging (kunsthistorisch) en van iedere beweging anti – kunst     ( praktisch) (2)

(1)voor pieter engels is het zonneklaar, dat anti – kunst bewegingen zoals dada, Fluxus, (meestal) Amerikaanse kunst, zowel in theorie als in praktijk, bewegingen zijn, veroorzaakt en aangehangen door mensen, welke onherkenbaar herkenbaar vermomd, in activiteiten en denken onmachtig zijn om creatief te zijn en door hun krachteloze a–creative activiteiten door soortgenoten en andere beperkten, desondanks tot grote zieners worden gebombardeerd.

Dwz: (zomaar een greep uit de hoorn des overvloeds) – bv. dada is een fundamenteel slechte of dat nog niet eens, dada is een krachteloze  beweging, oa door het feit, dat marcel duchamp – een volstrekte niet – kunstenaar en non–valeur – haar gelederen eveneens verzwakte. – immers, een anti- kunst beweging kan pas dan een werkelijke anti – kunst beweging zijn voortvloeiend uit een werkelijk besef en door gronding wat kunst in haar essentie is, kan zijn of kan teweeg brengen. Deze mogelijkheid tot besef sluimert slechts bij een werkelijk kunstenaar. Marcel duchamp (bv) is uitgeslapen, maar geen kunstenaar is uitgeslapen.

(2)zoals pieter engels al eerder stelde (1972):’het academisme van onze tegenwoordige tijd is de zgn. avant-garde ‘
(zoals pieter engels het al eerder stelde (1966): ‘na engels komt de avant garde’)

Het is irrieel, hoogmoedig en tegelijkertijd stompzinnig om in theorie en in praktijk te beweren te activeren, dat in de 20e eeuw en dat in tegenstelling tot vorige eeuwen het academisme niet zou worden gevierd ()

Pieter Engels stelt: bezoek een museum of galerie van eigentijdse kunst en bekijk bv. een warhol
U ziet een meissonier van de 20e eeuw.
(tip van en voor een alerte kijker: is een kunstenaar altijd een europeaan, amerikaan en zo nu en dan een japanner?)

BAMM 1976


In 1976 sticht Engels & Es, Brain Squad against mass communication and mediocrity,
(BAMM). Belangrijkste projecten van BAMM: Project Owlglass, en Es’ Worldwide wondering Gallery. Owlglass: Publication project against academism in the so called avangarde (minimal and conceptual art) artists and their critics. Owlglass bestaat uit een serie van 8 drukwerken op posterformaat. Die o.a. door The Worlwide Wandering Gallery van Es, wereldwijd werden verspreid.
Een van de roden draden die door het werk van Pieter Engels lopen is het beeld en geschrift discutabel stellen – of liever nog , het ondergraven van dogma’s, waarden,
waarderingen, wetmatigheid en stijlbegrippen ( in engere zin) in de gebieden en randgebieden van de hedendaagse beeldende kunst.

Owlgass zou aanvankelijk door middel van uitsluitend talige publicaties vorm krijgen, uiteindelijk is het een combinatie van tekst en beeld geworden met daar op aansluitend een serie kunstwerken.
De kracht van de teksten van Pieter Engels liggen vaak in het ironiserende, relativerende en wellicht in het badinerende ( doch paradoxaal: met een grote ernst), het beeldend werk is vaak een combinatie van deze gegevenheden waarmee hij de dogmatiek in de beeldende kunst voortdurend prikkelt.
ENGELS A GOLDEN BARD AMONGST ARTISTS OR DISTURBER OF THE BALANCE OF MEDIOCRATY

PARALELL LANDSCAPE 1981- 1995

Paralellandscape 1980, serie landschappen in zwart wit omdat het Engels puur ging om de schilderkundige handelingen afgeleid van de beweging van het landschap. Zwart wit is volgens hem een hele pure vorm van expressie, het is heel minimaal en daardoor veel beeldender. (tekeningen bv van Rembrandt vindt hij spannender dan de schilderijen).
De onderhangende balk benadrukt en trapt daarmee gelijk een open deur in omdat een geschilderd beeld van een landschap geen landschap is maar een parallele werkelijkheid van een landschap, ( een geschilderde pijp is geen pijp, Magrite).
‘Een wezenlijk onderdeel van mijn werk is dat ik er altijd de kijker in betrek (want zonder kijker is er geen kunstwerk). Door o.a. het gebruik van tekst praat ik a.h.w. met de kijker. Z’on balk met tekst geeft de kijker houvast of hij glijdt er juist op uit.’ (Engels)

INTRINSICAL ARTWORKS 1983

Painted gold is more gold, a painted car is more car.

GOLD AS AN INTROSPECTIVE MIRROR 1984-1985

Schilderijen gemaakt met een gouden blinddoek en objecten getransformeerd in introspectieve objecten omhuld met een gouden blinddoek.

REMEMBRANDT 1987-1989

Remembrandt (ahead of the roots), tekeningen en schilderijen over Rembrandt als een parafrase en als een eerbetoon aan de eerste schilder die verder schilderde dan het schilderen en of de schildersmaterialen zelf.

ECONOMIC SCULPTURE 1990-2019

In 1989 sticht Pieter Engels: Economic Sculptures(revaluation).
Net als bij het werk: Golden Fiction, een EPO product uit 1968, zacht spiegelend aluminium platen met daaronder op een luikje: on may 1968 this piece costs fl 4344,- $ 1200,- ₤ 502,92,- DM 4777,30,- Thats why it’s an art piece, gaat het hier niet de artistieke waarde die hier de economische waarde
bepaalt maar andersom. Tweeëntwintig jaar later zegt Engels het nog een keer met zijn Economic Sculputers, waarbij sculpture niet alleen naar zijn eigen werk verwijst maar naar de economie in zijn totaliteit. Het zijn assemblages van kunstschilders en of beeldhouwmaterialen en de bonnen van de materialen gearrangeerd. De prijzen van de kunstwerken zijn de optelsom van die bonnetjes, verhoogd met een flinke opslag. Het gaat hier tenslotte over kunst.

LINGUIMAGE 1991-1995

Linguimage zijn een reeks werken die een samensmelting van taal en beeld zijn.

ABSTRACTION ABSTRACTED 1995

+

+

DOUBLE CROSSED 1996

Double crossed, een serie van flink formaat gaat Engels verder in het spelen met woorden.

PORTRETTEN EN LANDSCHAPPEN 1998 – 2005

+

+

Na lange periode van ziekte: KUNST OVER KUNST 2009 – 2017

Waar Engels eerder het kunstapparaat in bredere zin aan de kaak stelde, refereert hij in deze serie aan specifieke kunstenaars. In Defontanara citeerde hij Lucio Fontana (1899 – 1968), die evenals Engels destructie tot onderwerp van zijn kunst maakte, door snede in het doek aan te brengen. Maar ook Marcel Duchamp (1887 – 1968) werd aangehaald in What is in a name R.MUTT (poverty) Marcel Duchamp re- invented (2010). R.MUTT staat met stift op de achterkant van een doek geschreven: de naam waarmee Duchamp al in 1917 zijn beroemde urinoir signeerde, associeerde Engels hier met armoede, een fonetische vertaling van zijn naam. Mogelijk velde Engels hier een waardeoordeel over Duchamps werk of refereerde hij aan het feit dat Duchamp zich ook met de economische aspecten van de kunst bezighield. (Fleur Junier,PIETER ENGELS the rrrolls – royce among artists, pag 39,40 )

+

DISTORTED VIEW 2016 -2017

+

+

WORKS ABOUT ENGELS 2016 – 2018

+

+

FINAL WORK: THE BILL IS THE ARTWORK 2018

Engels Economic Sculpture

+