MONUMENT VOOR DE STAD AMSTERDAM

Monument voor de stad Amsterdam
Monument voor de stad Amsterdam

Amsterdam betaald goud voor lucht.
Vijfhonderd jaar moet de adem van kunstenaar Pieter Engels (38) in de Amsterdamse Bijlmermeer begraven blijven.
Pas in 2477, als de Amsterdammer zelf zijn laatste adem al eeuwen zal hebben uitgeblazen, mogen de dan levende bewoners van de hoofdstad de door hem vol geblazen capsule laten leeglopen.
De kunstzinnige ademtocht van Pieter Engels wordt vrijdag plechtig in een stalen kist begraven. Deze kist maakt, met nog zestien andere, deel uit van een enorm ondergronds kunstwerk, waar de gemeente Amsterdam ruim anderhalve ton aan heeft uitgegeven. Boven de grond zal de belangstellende niets anders zien dan een paar blokken Zweeds graniet waarop de kunstenaar het nageslacht de groeten doet.

,, Engels en Amsterdam 1977 groeten Amsterdam 2477” staat er als opschrift op het unieke project, dat ontsproten is aan het brein van Pieter Engels. De gemeente Amsterdam betaalde in 1970 al f 750.- voor alleen het geniale idee, en aan de uitvoering, die op initiatief van de Werkgroep Bijlmer ter hand werd genomen, nog eens f 150.000. –

Want voor de bewoners van Amsterdam in 2477 zitten er straks nog heel wat verassingen onder de grond dan alleen het ,, luchtje van Engels. De blokken op het graf van Engels’ kunstwerk  speken al van de rijke inhoud van de zestien in één blok beton verpakte overige kisten:  water van het IJ, water van de Singel, water van de Prinsengracht, lucht uit Amsterdam, films van Amsterdam Centrum, van de Bijlmermeer, van Het Centraal Station, van de haven en vanuit de lucht, grondmonsters van diverse plaatsen in de hoofdstad, kranten, weekbladen, een radioprogramma op de band, en een filmprojector en een bandrecorder om het een en ander af te kunnen draaien.  ,,Voor het radioprogramma heb ik de dag van de verkiezingen genomen”, aldus de kunstenaar.  ,, Toevallig staan daar ook de berichten  en verslagen over de kapingen in Drenthe op, die  ’s avonds werden uitgezonden. In één van de kisten heb ik bovendien ’n bankrekening gestopt van F 100, die pas over 500 jaar kan worden geïnd. Tegen die tijd zal het bedrag vermeerderd zijn met tientallen nullen. De helft is bestemd voor de erven van Pieter Engels en de andere helft moet dienen voor de oprichting van het Pieter Engels Museum”,  zegt de beeldend kunstenaar die enkele tientallen werken heeft staan en hangen in het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Museum Boymans- van Beuningen in Rotterdam. Pieter Engels  schaamt zich allerminst voor zijn ego-tripperij voor het nageslacht. Hij vindt het een leuk idee dat de Amsterdammers over vijf eeuwen een vondst zullen doen, die hij expres voor ze neer heeft gelegd. Er wordt in het gemeente archief geregistreerd waar mijn kunstwerk ligt, ongeveer ter hoogte van metrostation Ganzenhoef. ’t  Zou best kunnen dat de mensen tegen 2477 weer in het stenen tijdperk zijn beland, na een ramp of zo. Maar ook als ze veel verder zijn zullen ze het interessant vinden iets dergelijks op te graven. Ik probeer zoveel mogelijk een universeel kunstenaar te zijn, die zich niet aan één medium bindt, maar alles doet wat hem invalt. Daar mogen de mensen in 2477 best van genieten. “

Behalve het kunstwerk dat vrijdag door publieke werken van de gemeente Amsterdam vakkundig onder de grond wordt gestopt, is Engels met nog een imposant kunstwerk voor de stad bezig, dat ook iets met ondergronds” te maken heeft. Hij maakt namelijk een symbolisch kunstwerk voor het eindstation Weesperplein van de metro, die in oktober voor het eerst gaat rijden.  ,, Het werk heet:  ,,de signatuur van de anonieme arbeider” , zegt Pieter.  ,,Een A van anoniem symboliseert  met zijn drie rechte balken de drie groepen, die zich met de bouw hebben bezig gehouden: de opdrachtgever, de aannemer en de arbeider.(Thea Detiger, 1977, verschillende kranten)

Ingezonden stuk van abonnee in de Volkskrant, L. Kapoen, 26 september 1977.
Gazon
In de Volkskrant van maandag 19 september stond een artikel van Karel Schampers over de laatste verrichtingen van Pieter Engels. Nu woon ik zelf in de Bijlmermeer en wel in Groenhoven, woonblok Groenhoven, zoals de auteur dit enigszins denigrerend aanduidt. Mocht u zich overigens eens afvragen hoe de Bijlmermeer aan zijn grotendeels ten onrechte opgelopen slechte naam is gekomen, dan kan de oorzaak best eens liggen in het gedram van sommige media. Ter meerdere illustratie mag een zinsnede dienen uit een artikel van Cor Groeneweg in de Volkskrant van dezelfde dag:  ,, . de Bijlmermeer werkt vervreemdend”.  Het is jammer dat een heel stadsdeel met regelmaat van de klok veroordeeld wordt. Overigens is Groenhoven een groep mooie, zeer leefbare woontorens. Toch ben ik wel ingenomen met het feit dat wij dit werk van Pieter Engels hebben gekregen en niet zoiets als in de rest van de Bijlmermeer te vinden is. Deze getuigen over het algemeen toch niet van een al te beste smaak en inzicht in wat de bewoners zouden waarderen. Het grote voordeel van het werk van Engels is dat het voor het allergrootste gedeelte onder de grond is weggeborgen, zo schaadt het  ’t  gazon nog het minst, waarvoor ik Engels oprecht dankbaar ben. Misschien kan een volgend kunstwerk geheel onder de grond, zonder enige aanduiding, zelfs niet het kleinste bordje.